Hij is agressief en laat duidelijk weten dat hij mij niet mag. Zijn gezicht is bleek, wat zoiets betekent dat hij klaar is om te vechten. Hij probeert me uit de tent te lokken. Mijn vriend negeert hem volkomen. We zitten met zijn drieën in de rookruimte van Mediant voor geestelijke gezondheidszorg.
Mustafa maakt een bekende gebaar wanneer de vijandelijke jongeman de ruimte heeft verlaten. Mustafa doet alsof hij een enorme splinter uit zijn voorhoofd trekt. "Alle Turken zijn niet goed wijs", zegt hij kalm. "Blaffende honden bijten niet", zeg ik tegen mijn Syrische vriend waarna ik uitleg wat ik daarmee bedoel. "Blaffende honden bijten niet", herhaalt hij mijn woorden.
Zijn 24-ste verjaardag vierde hij deze week in zijn kamer bij Mediant. Een slinger met vlaggetjes hangt nog boven zijn bed en op het tafeltje ligt een boek dat ik hem heb gegeven. Het gaat over het oneindige heelal. Er ligt een vel papier met aantekeningen onder het boek. Mustafa leest er fanatiek in. Hij vindt het boek zeer interessant. Hij is zeer goed in wis-, natuur- en scheikunde.
Van een bewaker krijg ik een compliment wanneer ik zeg dat ik zijn taalmaatje bent. "Dus jij hebt hem zo goed Nederlands geleerd?" Maar die conclusie vind ik te voorbarig. "Ik heb hem slechts geholpen." Hij heeft zelf het meeste werk gedaan om de taal te leren, onder meer door professionele scholing. Mustafa is intelligent. Hij rustig. Maar nu gaat het niet zo goed met hem. Hij slaapt slecht. Want sommige bewoners spoken 's nachts rond in het gehorige gebouw.
Samen rijden we naar de tandarts. Zijn gebit is de afgelopen jaren verwaarloosd. Voor meer dan duizend euro moet er aan verspijkerd worden. Vandaag is de eerste sessie. Enkele kiezen moet de tandarts behandelen. Hij is er bijna een uur mee bezig. Zielige Mustafa.
Reacties
Een reactie posten