Doorgaan naar hoofdcontent


Een waxinelichtje aangestoken met mijn vriend en taalmaatje in de kapel. Hij betaalde de dertig cent, hoewel hij Islamitisch is. Maria en Jezus hebben ook voor hem een grote waarde. Een houvast. Vooral nu misschien. Het gaat niet goed met hem. Geboren en getogen in de oudste stad van de wereld, gevlucht voor het oorlogsgeweld in een bootje en onlangs opnieuw alles verloren. Op weg naar Parijs bijna alles kwijtgeraakt toen de bus hem achterliet bij een vreemd tankstation. 

ZwervenZonder mobiel, laptop en geld zwierf hij dagenlang in de Franse hoofdstad. Sliep in parken en riolen. Tot hij na dagen werd opgepakt omdat hij met een schaartje bezig was op straat in het hart van de zwaar bewaakte stad. Na een dag in een cel kreeg hij een aanval van een spierziekte die onder mensen in het Midden Oosten vaker voorkomt. 

PsychoseHij krijgt zware medicijnen en ziet kans via een kaartje van een tankstation zijn woonplaats te bellen en contact te krijgen via via met zijn familie. Hij heeft het gevoel dat niemand hem helpt. Niet de burgers, niet de politie en niet het personeel in het ziekenhuis. Ze verstaan hem niet. Na drie dagen zoeken vind zijn familie hem in Parijs, in een ziekenhuis voor geestelijke gezondheidszorg. Hij was in een psychose terechtgekomen en dat overkwam hem een week geleden opnieuw, toen hij terug was en bij zijn ouders woonde.

OntberingenNu zit hij dus in Helmerzijde bij Mediant. Suf van de medicijnen en nog steeds doodmoe van de ontberingen. Hij praat bijna onhoorbaar. Maar zijn wilskracht is groot. Hij staat er op mijn spullen te dragen en haalt op mijn advies bij het tankstation nicotinekauwgom. Hij wil graag stoppen met roken, maar dat is niet makkelijk. 

Niet goedNa ruim een uur wandelen op deze prachtige warme zondag van deze onvoorstelbaar warme herfstdag (27 graden Celsius op 14 oktober 2018) neem ik afscheid van hem. Hij wandelt naar binnen, haalt koffie bij de automaat, dat van buiten goed zichtbaar is achter de glazen wand en loopt door naar zijn kamer zonder naar mij op of om te kijken. Het gaat niet goed met hem.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pas herenigd na drie afwijzingen Vaak hoor je van vluchtelingen de meest gruwelijke verhalen. Positief nieuws is schaars. Maar soms gebeurt  iets bijzonders. Zoals met Johannes die op het moment dat ik dit schrijf terug is in Afrika.  Voor de eerste keer in meer dan vier jaren tijd ziet hij eindelijk zijn vrouw en kind terug. Drie keren zijn verzoeken afgewezen  om te mogen herenigen . Johannes leed daar zichtbaar zwaar onder. Onlangs kreeg hij dan toch toestemming voor een hereniging met zijn gezin. Hij ziet zijn vrouw terug in Addis Abbeba, de hoofdstad van Ethiopië. Hun geboortegrond ligt echter in Eritrea. Maar dat land is onbereikbaar voor hen geworden. Veel mensen vluchten omdat een dictator de baas is.  Johannes droom komt binnenkort uit. De streng gelovige christenen trouwt binnen enkele dagen met zijn vrouw. Daarna komt hij terug naar Nederland en zal het nog even duren voordat zijn vrouw en kind de reis naar de lage landen ondernemen. Andere cursisten van onze scho
Haha. Fantastisch. Johannes staat in de krant. De jonge vader uit Eritrea schittert op de foto. Ik ken hem goed van Itom Taal waar hij Nederlands leert. Soms help ik hem wat extra bij hem, of bij mij thuis. Maar wanneer ik hem app over het artikel blijkt dat hij eigenlijk niet precies te weten wat er is gebeurd. De fotograaf, ja. Dat herinnert hij zich. Maar een vrouwelijke journaliste heeft hij niet gezien. 'I am not happy with this krant, Marcel', appt hij terug.  Eigenlijk vindt hij het hele verhaal 'jammer'. Zijn 'history', zoals opgeschreven in de krant, klopt niet, zegt hij. 'It's not my real history.' Hij spreekt nog slecht Nederlands en krijgt daarom hulp van een landgenoot uit Eritrea die wel goed Nederlands spreekt, zo vertelt de krant. Maar met een artikel in Tubantia heeft Johannes niet ingestemd. Het is eigenlijk allemaal langs hem heen gegaan. Hij voelt zich afgeschilderd als een stumperd. 'I am sad about that.' En zijn
Hij is agressief en laat duidelijk weten dat hij mij niet mag. Zijn gezicht is bleek, wat zoiets betekent dat hij klaar is om te vechten. Hij probeert me uit de tent te lokken. Mijn vriend negeert hem volkomen. We zitten met zijn drieën in de rookruimte van Mediant voor geestelijke gezondheidszorg. Mustafa maakt een bekende gebaar wanneer de vijandelijke jongeman de ruimte heeft verlaten. Mustafa doet alsof hij een enorme splinter uit zijn voorhoofd trekt. "Alle Turken zijn niet goed wijs", zegt hij kalm. "Blaffende honden bijten niet", zeg ik tegen mijn Syrische vriend waarna ik uitleg wat ik daarmee bedoel. "Blaffende honden bijten niet", herhaalt hij mijn woorden. Zijn 24-ste verjaardag vierde hij deze week in zijn kamer bij Mediant. Een slinger met vlaggetjes hangt nog boven zijn bed en op het tafeltje ligt een boek dat ik hem heb gegeven. Het gaat over het oneindige heelal. Er ligt een vel papier met aantekeningen onder het boek. Mustafa leest er