Twintig, misschien wel dertig keer keek hij uit vanaf de berg Qasioun over de gigantische stad Damascus, zijn voormalige woonplaats. Bij zonsondergang is het uitzicht op de oudste, bewoonde stad op aarde onvergetelijk, verzekert hij me. En wolken zij er nooit. Verliefde paartjes trekken er naar toe. Mensen eten, drinken en roken er waterpijp, shisha. Arme volkswijken liggen als een halve maan om de oude stadkern, de voormalige hoofdstad van het Arabische rijk. Hoge gebouwen zijn er niet. Wel koepels, veel koepels. De markt (soek) is er vele malen groter dan de Albert Cuyp in Amsterdam. Mustafa die ik nu al enkele weken coach, is verrukt.
Hij heeft een bibliotheekboek in handen dat een Nederlandse toerist schreef vlak voordat de oorlog in Syrië begon. De schrijver is euforisch wanneer hij er rond trekt. De fantastische
Omajjaden moskee (foto), Mustafa is er geweest. Het hoofd van Johannes de Doper, naar wie ik vernoemd ben, werd (of misschien wordt) er als relikwie bewaard. Hij is een profeet voor zowel christenen als islamieten, meldt Wikipedia.
Mustafa is er geboren en getogen. Hij ging er met vrienden in een cabrio regelmatig naar de kust. Zo'n 150 kilometer rijden, in een paar uurtjes rijden over de snelweg. Samen muziek maken, samen zingen. Dit is een tijd die niet meer zal terugkeren, denkt hij. Het land komt deze klap van de oorlog niet meer te boven. Hij zal in Nederland een bestaan opbouwen. Eerst de taal leren, daarna studeren en dan werken. Maar de gemeente wil dat hij nu al gaat werken.
"Schoenmaken", zegt Mustafa. Schoenmaken? Na enige tijd begrijp ik pas wat hij bedoelt. Schoonmaken. Maar hij wil niet gaat poetsen. Dan kan hij niet Nederlands praten en leert hij de taal niet snel genoeg. Dat wil hij. Eerst de taal leren. Het boek leen ik hem de komende dagen. Hij heeft geen abonnement op de bieb.
Reacties
Een reactie posten