Het contrast kan bijna niet groter. 's Morgens geef ik Nederlands aan een oude man uit Syrië, Aziz (58), die nog een zieke, gevluchte broer heeft in Zweden en 's middags interview ik een jonge vrouw, geboren uit Syrische ouders. Zij spreekt vloeiend Nederlands met een Twentse accent en ze praat alleen maar over verre warme vakantieoorden zoals de Nederlandse Antillen, de Malediven en de Griekse eilanden.
Akadia Mourad (19) is mede-organisator van de eerste vakantiebeurs van het ROC van Twente in Hengelo. Op Instagram heeft ze een account waarop natuurlijk een reeks zelfportretten zijn te zien. Ze lijk er een filmster of fotomodel. Ze is in Nederland geboren, vertelt ze en haar ouders kwamen hier naar toe voordat de oorlog zeven jaren geleden uitbrak.
Aziz heeft een totaal andere achtergrond. Hij is pas twee jaren geleden het door oorlog verscheurde land ontvlucht. Hij was boer en kok, vertelt hij en leefde in Koerdisch gebied waar de grenzen van Syrië, Turkije en Irak samenkomen. Aziz spreekt maar een paar woorden Nederlands. Voor hem is het extra moeilijk een vreemde taal te leren want hij spreekt geen Engels zoals veel jonge Syriërs. Hij luistert aandachtig wanneer ik voorlees en kijkt naar de plaatjes naast de tekst. Hij zegt altijd dat hij begrijpt wat ik zeg, misschien is dat uit beleefdheid. Maar wanneer ik hem er iets over vraag blijft hij het antwoord vaak schuldig. Meestal haakt hij voortijdig af in de les. Hoofdpijn en soms buikpijn krijgt hij er van. Even een rookpauze. Maar soms keert hij daarna niet meer terug in het lokaal. Het wordt hem snel te veel.
Reacties
Een reactie posten